Het account bij xs4all is helaas opgezegd. Bij de aanmelding voor glasvezel heb ik de keuze moeten maken uit drie. Na het afsluiten van het contract en het opzeggen van xs4all wordt duidelijk dat mijn oude provider ondertussen ook is aangesloten. Jammer. Het oude website-tje deed het nog altijd best en kon altijd nog ingezet worden als noodvoorziening. Gisteren verdween de oude site en de daarbij horende e-mailadressen definitief.
Maar daar zitten mijn lezers niet op te wachten. Zij willen geen geleuter maar verhalen en plaatjes. En omdat het vandaag helder, zelfs zonning is en de komende weken heel druk zullen zijn moet ik wel even gaan Mortelen.
Het nieuws dat S2 pas in volgend naseizoen weer haar vrijheid zal krijgen is ingrijpend, maar krijgt zeker mijn goedkeuring. Haar overlevingskansen nemen er enorm door toe. (Althans, zo denken de echte kenners).
Tijdens het ritje naar De Mortel blaast mijn toch niet al te lichte auto wat heen en weer. "Strak windje", bedenk ik, en de verwachtingen voor een langer verblijf dan een half uurtje dalen per kilometer.
Bij het spottersveldje staat Gerrit E bij zijn auto. Ik vraag me af of hij net is aangekomen of juist alweer gaat vertrekken. Hij is er ook nog maar net.
Op de lamp aan de linkerkant zit de eerste valk. De tweede merk ik op bij de krul aan de hoge antenne. Gerrit is verrast. "Die heb ik dan gemist", lacht hij. De valk die ons OR2 lijkt te zijn blijft niet lang zitten. Een volgend oplettend moment leert ons dat de vogel gevlogen is. De lampzitter, die Pa moet zijn, verroert zich voorlopig niet van zijn plek.
De status quo verleidt Gerrit als eerste om een rondje te gaan maken. Na een kwartiertje besluit ik via het paadje hem te volgen naar de achterkant. Ik sla het bospaadje in om (binnendoor) alle zijden van de toren te kunnen bekijken. Het levert me helemaal niets op, behalve dan dat een wandeling in de natuur altijd wat brengt. Al is het maar een lichte opwarming door de beweging en door de beschutting van het bos.
Gerrit zie ik niet. Nadat het rondke voltooid is, ga ik terug naar het spottersveldje. Een specht trekt mijn aandacht, maar hoe ik ook speur. Ik kan hem maar niet ontdekken. Gerrit keert ook weer terug, maar loopt nog even door tot aan de bosrand van het bosje achter het spotterveldje.
Tegen twaalf uur is het tijd voor een bakske koffie. En precies dan, "ja moet ik dan persé aankondigen dat ik een eike wil gaan bakken", komt de vermiste valk terug. In dit zonnetje wil er nog wel eens een kans op een toevallig mooi plaatjes inzitten, dus gaat mijn camera zijn gangetje. Ik krijg er geen spijt van dat ik nog net eventjes iets langer blijf, want beide valken gaan nog even in de nestkast om er na een paar minuutje weer een voor een uit te komen. Even later zit de een op de betonnen rand bij de antenne en vliegt de ander naar het topje. De krul is weer zoals bij mijn aankomst. De cirkel is bijna rond.
(En waarom nu deze titel? Hiermee groet ik een ontzettend dapper maatje van mijn zoon, die - hoe verschrikkelijk oneerlijk kan het leven zijn - door ziekte afscheid zal moeten nemen van een leven waar hij nog lang niet klaar mee kan zijn. Zijn dapperheid is voorbeeldig. De brok in mijn keel gaat maar niet weg, de tranen in mijn ogen, dagelijks terugkerend, zijn er niet door de wind of door een koudje, al doe ik dat (mezelf beschermend) naar de buitenwereld toe wel eens geloven.)